Klik hier voor onze concerten in het verleden.
Zie hieronder onze komende evenementen:
Passieconcert reprise 15 april
– 15-04-2025 om 20:15 in Remonstrantse Kerk
Bach: Weihnachtsoratorium I,II & Händel: Messiah
– 14-12-2025 om 14:00 in PHIL
Les Sept Paroles du Christ sur la Croix van Charles Gounod
We durven te zeggen dat Les Sept Paroles du Christ sur la Croix bij het grote publiek onbekend is en dat geldt waarschijnlijk ook voor de componist zelf. De Franse componist Charles Gounod (1818 – 1893) werd gekarakteriseerd als een man van tegenstellingen: hij was beminnelijk en twistziek, ambitieus en moedeloos en aanbad zowel de vrouwen – huwelijkstrouw werd afgewisseld met geneigdheid tot buitenechtelijke affaires – als de Heer. In zijn jeugd droomde hij ervan om priester te worden, hij noemde zichzelf een bepaalde tijd abbé en droeg een soutane. Gedurende zijn gehele carrière bewoog Gounod zich tussen wereldlijke werken en kerkmuziek. Hij liet een omvangrijk oeuvre na dat zich kenmerkt door de ontwikkeling van een Franse nationale stijl, bevrijd van Italiaanse en Duitse invloeden.
In de bijbelboeken van de vier evangelisten die het leven en sterven van Jezus bespreken (Lucas, Johannes, Markus, Mattheus) spreekt Christus tijdens de kruisiging in totaal zeven zinnen uit. Aan deze ‘Zeven laatste woorden’ heeft het Christendom altijd een grote betekenis gegeven.
Gounod heeft zelf de tekst, de zeven zinnen voorafgegaan door een proloog, samengesteld uit de Latijnse vertaling van de Evangeliën. Het is gecomponeerd in 1855, de compositie herinnert aan de muziek van Palestrina maar met een toegevoegde negentiende -eeuwse harmonische twist. Gounod droeg de partituur op aan de aartsbisschop van Parijs, Datum en locatie van de eerste uitvoering zijn onbekend maar mogelijk heeft Sibour het werk besteld voor een uitvoering op Goede Vrijdag 1856 in de Notre Dame in Parijs.
Anders dan de Franse titel doet vermoeden, gebruikt Gounod het Latijn voor de verklanking van de woorden van Jezus. De schrijfstijl is ingetogen en gekoppeld aan de diepere betekenis van de woorden. De relatief korte partituur straalt verfijnde harmonische gevoeligheden uit, soms langzaam en zacht, dan weer fel en krachtig gezongen door het koor met alleen de piano als begeleiding.
Kom luisteren!
Via Crucis van Franz Liszt
Hier geen afbeelding van de jonge knappe beroemde pianovirtuoos maar een foto van de oudere Franz Liszt (1811 – 1886). Aan het eind van zijn leven manifesteert zich een diep geloof bij Liszt. In Rome ontving hij de honoraire titel van geestelijke en noemde zich voortaan Abbé Liszt .
Niet alleen zijn levensstijl was beduidend soberder geworden, ook zijn noten waren dat. Dat uit zich onder meer in het componeren van de ‘Via Crucis’ (de ‘Kruisweg’) in 1878, een werk dat ontdaan is van iedere vorm van franje. Of zoals Reinbert de Leeuw het treffend omschrijft: ‘Hij ging steeds meer noten uitgummen tot alleen de essentie overbleef’. Liszts verklanking van de veertien kruiswegstaties, voorafgegaan door een proloog, is niet meer het werk van een op het effect beluste pianovirtuoos, maar van een grensverleggend muziekvernieuwer. Hier geen virtuoze loopjes meer, geen zware akkoorden.
Helaas werd het in zijn tijd opgevat als een mogelijk tragisch verval van Liszts geestelijk vermogen. ‘Dit is geen muziek’ zou de uitgever gezegd hebben toen Liszt het werk in 1884 wilde laten drukken. Ook het Vaticaan wilde er niets van weten. Men vond het te modern, maar bovenal onbegrijpelijk. Pas in 1929 werd het stuk voor het eerst uitgevoerd, in Boedapest, op Goede Vrijdag, bijna 43 jaar na de dood van de componist.
De veertien staties hebben alle een Duitse titel. Ze komen overeen met de kruisweg zoals die vanaf 1741 in alle rooms-katholieke kerken werd gepredikt al zijn sommige delen niet letterlijk gebaseerd op de Bijbel. De proloog is ontleend aan een tekst (‘Vexilla regis prodeunt’, ‘Christus’ vaandels verschijnen’) van de zesde-eeuwse dichter Venantius Fortunatus.
Een zoektocht begint naar de essentie van muziek, naar de essentie van het verhaal over een onschuldig ter dood veroordeelde die veertien momenten (staties genoemd) doormaakt alvorens een wrede dood te sterven. Een muzikaal, sluitend geheel dat bij elk van deze veertien staties even stilstaat. De muziek is ontdaan van iedere vorm van franje. Dit alleen al vereist uiterst geconcentreerd luisteren, dat dwars staat op onze tijdgeest met haar onstuitbare zapcultuur.
Wat overblijft is een spel tussen klank en stilte, waarbij zelfs de ruimte waarin het uitgevoerd wordt de adem lijkt in te houden. Waar zijn we? Wat gebeurt hier eigenlijk? Bij het minimalistische karakter van dit werk past het om ook de toelichting hierover kort te houden.
Laat je meenemen door de muziek, laat je leiden door de stilte.